Hoe te voldoen aan de huidige en toekomstige emissiewetgeving - DESOTEC's inzichten

Navigeren door de complexe regelgeving voor luchtkwaliteit in Europa kan ontmoedigend zijn. DESOTEC duikt in de fijne kneepjes van de Richtlijn Industriële Emissies en de Richtlijn Luchtkwaliteit en belicht de verschillende implementaties in de lidstaten, met name in de Nederlandse en Vlaamse context.

Belangrijkste wetgeving in verband met luchtemissies in Europa

De luchtkwaliteit in Europa wordt geregeld door twee belangrijke richtlijnen:

  • Richtlijn Industriële Emissies (IED)
  • Richtlijn luchtkwaliteit (2008/50/EG)

De richtlijn industriële emissies regelt de uitstoot van verontreinigende stoffen door industriële installaties en heeft als doel het milieu te beschermen tegen schadelijke emissies door het gebruik van de beste beschikbare technieken, ook bekend als BBT.

De richtlijn inzake de luchtkwaliteit bevat normen voor de luchtkwaliteit die zijn vastgesteld om negatieve gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid te voorkomen, te verhinderen of te verminderen. De EU herziet deze normen als onderdeel van de Europese Green Deal om ze meer te laten overeenstemmen met de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie. De evaluatie van de impact door zulke herziening is gepland voor 2022. Aangezien de huidige Europese luchtkwaliteitsnormen hoger zijn dan wetenschappelijk aanbevolen is, is het de bedoeling dat deze herziening tot strengere grenswaarden zal leiden.

De inzichten van DESOTEC in de Nederlandse en Vlaamse aanpak van luchtkwaliteit

De belangrijkste Europese richtlijnen die hierboven zijn genoemd, worden op lokaal niveau door de Europese lidstaten geïmplementeerd.  

In Nederland zijn de belangrijkste regels met betrekking tot luchtkwaliteit opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer, waarin de luchtkwaliteitsnormen zijn opgenomen, gebaseerd op de Europese richtlijnen. Voor Vlaanderen is dit opgenomen in VLAREM.  

Hoewel de voorschriften in beide landen op dezelfde Europese richtlijnen zijn gebaseerd, is het onze ervaring dat de implementatie in de verschillende landen of regio's sterk kan verschillen. Voor benzeen bijvoorbeeld is de algemene Europese emissiegrenswaarde als bescherming van werknemers 3,25 mg/m³. Deze waarde is volledig overgenomen in de Vlaamse milieuwetgeving. In Nederland is echter al in oktober 2017 een strengere waarde van 0,7 mg/m³ ingevoerd. 

Ook de aanpak van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) is anders in Nederland. Deze stoffen zijn meer geprioriteerd dan in Vlaanderen en worden geïmplementeerd in het Activiteitenbesluit. Ook is er een ZZS SimilarityTool waarmee de chemische structuur kan worden vergeleken van verbindingen waarover minder gegevens beschikbaar zijn. Het Activiteitenbesluit verplicht bedrijven om de lozing en emissie van ZZS naar lucht en water te voorkomen. Als dat niet mogelijk is, dan moet de uitstoot zoveel mogelijk worden beperkt.  

Wij verwachten dat dit onderwerp ook in Vlaanderen, en bij uitbreiding in heel België, meer aandacht zal krijgen. Indien strengere emissiegrenswaarden zouden worden ingevoerd, kan een bijkomende zuivering ter plaatse nodig zijn. In Vlaamse nieuwssites werd onlangs vermeld dat de bestaande milieugrenswaarden ook strenger zullen worden gecontroleerd na een beslissing van de Vlaamse minister van omgeving om alle inspectiediensten van de VMM, VLM, OVAM, Handhaving afdeling Omgeving en zelfs Natuur en Bos samen te voegen.  

Industriële geurbestrijding

Een ander onderwerp dat de laatste jaren belangrijker wordt, is geurhinder door de industrie. Door uitbreiding van woongebieden, komen ze dichter bij industrieterreinen te liggen met mogelijke overlast als gevolg. Naarmate het aantal conflicten toeneemt, volgt ook het aantal boetes, maar aan een trager tempo. 

De DCMR Rijnmond, waartoe ook het gebied rond Rotterdam behoort, is bijvoorbeeld één van de regio’s die geurhinder zeer serieus neemt. Ze hebben onder andere een centraal platform geïntroduceerd waarop inwoners een klacht kunnen indienen over onderwerpen als geluidsoverlast, waterkwaliteit en geuroverlast. Wanneer de overlast direct kan worden toegewezen aan een specifiek bedrijf, kunnen zware boetes worden uitgedeeld. Een startboete van 10.000 € per vaststelling is niet ongebruikelijk. Bovendien kan deze boete oplopen na herhaalde vaststellingen.  

Hoe blijf je binnen de milieugrenswaarden en voorkom je eventuele gevolgen?

Om boetes te vermijden, is het van essentieel belang dat er proactief te werk gegaan wordt om emissies te minimaliseren en te zuiveren. Het is niet omdat een bedrijf momenteel aan de emissie- en lozingslimieten voldoet, dat dit niet kan veranderen. Het is meer dan waarschijnlijk dat de emissiegrenzen strenger zullen worden in de toekomst. Vooral voor ZZS zijn de emissiegrenzen al vrij laag, wat een uitdaging kan zijn om deze te halen met een bestaande zuiveringsinstallatie. Mobiele actieve koolfilters kunnen helpen om aan de huidige en toekomstige emissiegrenswaarden te voldoen, aangezien het gemakkelijk te installeren is dankzij het mobiele en modulaire ontwerp. Bovendien is actieve kool zeer efficiënt in het verwijderen van lage concentraties tot onder de limieten of zelfs onder de detectielimiet.   

Ook bedrijven in geurintensieve industrieën moeten voorzichtig zijn. Het is mogelijk dat een bedrijf voldoet aan alle emissiegrenswaarden die in de milieuwetgeving worden genoemd, maar toch worstelt met geuroverlast. Om conflicten met buren en autoriteiten te voorkomen en een goede publieke opinie te behouden, is een effectief industrieel geurreductiesysteem van groot belang. In noodsituaties zijn ook de mobiele actieve koolfilters van DESOTEC beschikbaar als noodoplossing. Zo hebben we al meerdere bedrijven in de Rotterdamse haven geholpen om hun geuremissies te behandelen en zo escalerende boetes te voorkomen.  

Neem contact met ons op als u dit meer in detail wilt bespreken!